15 juli 2006

maandag 5 juni: Chanceaux - Darois

Om 8 uur staat er al een engels stel in het café. Ze hebben vannacht met hun motor de tunneltrein naar Frankrijk genomen en hebben de hele nacht door gereden. Zij heeft hem achterop niet warm kunnen houden. Grote bekers chocola en glazen rum ondersteunen het bleke ochtendzonnetje in een poging om hem weer op temperatuur te brengen. Ik ontbijt met koffie en een stuk brioche. Dat lijkt heel wat, maar het ontbeert substantie. Met een flesje jus d'orange erbij is het net te doen. Weer een prachtige wandeling. Een mevrouw die in mijn ogen nogal afgelegen woont, begint een praatje en vraagt of ik me niet alleen voel. Ik kom bij de bronnen van de Seine, en bij de bronnen van de Ignon. Het is een gebied van waterscheiding. Om 11 uur zijn beide sandwiches op. Na de derde keer steentjes verwijderen doe ik de camaches maar weer aan. Dat scheelt.

Een klein hondje speelt aanhankelijk en overtuigend dat ik zijn baasje ben en dat we tot de dood ons scheidt samen verder optrekken. Ik spreek hem indringend toe terug te gaan en gooi later zelfs stenen in zijn richting. Het hondje blijft daarbij op een veilige afstand staan en kijkt opzij, alsof hij zich afvraagt tegen welk gevaar ik hem toch met zoveel inzet probeer te beschermen. Na het volgende dorpje zie ik hem niet meer.

Om 13.15 ben ik in Saint Seine de l'Abbeye. Daar bekijk en bezing ik de kerk en eet ik uitgebreid. Ondertussen laadt de telefoon op. Om 14.30 ga ik weer verder. Ik heb pas 16 kilometer gelopen.

Het laatste stuk naar Val-Suzon ga ik over de weg om tijd en energie te sparen. Ik besluit de slinger over de GR naar Darois af te snijden door de N71 te nemen. In Darois staat een bord: camping 400 meter. Een ander bord wijst naar een particuliere camping. Als ik doorloop weer een bord: camping 800 meter. Ik baal even. Zo kom ik op deze prima camping. Containers vol afval. Op een nabijgelegen circuit was een bijeenkomst van 40.000(?) motoren en hun berijders. Dat verklaart al het geronk van de afgelopen dagen. Het tentje staat lekker in de zon. Geen avondeten. Twee broers vragen of ik over drie jaar in Santiago voor ze wil bidden en bieden me een biertje aan. Afgezien van een korte bui blijft het droog. Mijn sokken zijn in de denneboom droog gebleven.

Geen opmerkingen: